2 Chronicles 14

Koning Abia van Juda werd echter steeds machtiger. Hij trouwde met veertien vrouwen en kreeg tweeëntwintig zonen en zestien dochters. 1Zijn volledige levensbeschrijving en zijn toespraken staan beschreven in de Geschiedenis van Juda, opgetekend door de profeet Iddo. 3

Koning Asa, gehoorzaam aan God

4Koning Abia stierf en werd in Jeruzalem begraven. Zijn zoon Asa werd de nieuwe koning van Juda en gedurende de eerste tien jaren van zijn regering heerste er vrede in het land, 5want Asa was gehoorzaam aan de Here, zijn God. 6Hij verwoestte de heidense altaren in de heuvels, sloeg de gewijde stenen kapot en hakte de schandelijke Asjerabeelden om. 7Hij eiste van zijn onderdanen dat zij de geboden van de Here, de God van hun voorouders, zouden gehoorzamen. 8Tevens verwijderde hij de tempels van de heuvels en haalde hij de wierookaltaren uit alle Judese steden weg. Daarom gaf de Here vrede in zijn koninkrijk. 9Dat gaf hem tevens de mogelijkheid overal in Juda ommuurde steden te bouwen. Want er was geen oorlog tijdens zijn bewind omdat de Here hem rust gaf. 10‘Dit is het juiste moment om dat te doen, nu de Here, onze God, ons zegent met rust en vrede, omdat wij Hem gehoorzamen,’ zo hield hij zijn onderdanen voor. ‘Laten wij nu steden bouwen en ze versterken met muren, torens, poorten en zware grendels.’ Daarom gingen de Judeeërs aan het werk en de bouwprojecten verliepen zeer voorspoedig. 11Het leger van koning Asa was driehonderdduizend man sterk en allen waren uitgerust met grote schilden en speren. Zijn leger Benjaminieten bestond uit tweehonderdtachtigduizend man, gewapend met kleine schilden en bogen. Beide legers bestonden uit goed getrainde en moedige mannen.

12
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 2.Krøn. 14:10.
13
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 2.Krøn. 14:9-10.
Na enige tijd werd hij aangevallen door een ontelbaar groot leger uit Ethiopië, uitgerust met driehonderd strijdwagens, onder bevel van Zerach. Zij rukten op naar de stad Maresa in het dal van Sefata. Koning Asa stuurde zijn troepen daarheen om hen tegen te houden.
14‘Och Here,’ riep hij tot God, ‘het is voor U eenvoudig ons te helpen. Help ons, Here, onze God. Wij vertrouwen erop dat U ons redt en in uw naam gaan wij deze enorme overmacht te lijf. Laat niet toe dat gewone stervelingen proberen iets tegen U te ondernemen.’ 15De Here versloeg de Ethiopiërs. Zij sloegen op de vlucht
Copyright information for NldHTB